05 Steigers, hoogwerkers en klimvoorzieningen
 >  Steiger richtlijn Heijmans
Introductie

Heijmans presenteert de Richtlijn Steigers, waarin de stand van de techniek is weergegeven over het bouwen van en het werken op veelal stalen, staande steigers in de bouw. Deze richtlijn is aangevuld met specifieke afspraken binnen Heijmans ten opzichte van de richtlijn steigers van het VSB en Bouwend nederland. De extra maatregelen zijn in blauwe letters weergegeven.

Risico's > Wat kan er gebeuren?
  • Je kunt van de steiger vallen
  • Je kunt door een opening of sparing in een werkvloer / steigerplank vallen
  • Er kunnen spullen van de steiger vallen
  • De steiger kan omvallen
  • De steiger kan instorten
Maatregelen > Wat moet je doen?
  • Vooraf de start van het werk is altijd een steigertekening gemaakt. 
  • In voortraject is doormiddel van het Heijmans COAS fomulier duidelijk vastgelegd aan welke uitgangspunten de   steiger moet voldoen. Hierdoor zullen zal uitvoering een veilig steiger gemaakt kunnen worden. Dit voorkomt fouten in het voortraject. 

Een duidelijk voorbeeld hiervan is het nemen van maatregelen om een draagkrachtige ondergrond te waarborgen.

1 Afstand Steigervloer tot gevelobject

Een steigervloer dient helemaal dicht te worden gelegd om de veiligheid te waarborgen.

De breedte van de opening tussen de werkvloer en de gevel hangt af van het volgende,

  • bij een bestaand bouwwerk kun je de steiger meestal dichter tegen de gevel aan zetten dan
    bij nieuwbouw
  • bij nieuwbouw hangt het ervan af of je de steiger al in de ruwbouwfase plaatst, of pas later
  • de breedte van de opening hangt ook af van de dikte van het gevelpakket 
  • de uitvoering van het metselwerk, traditioneel gevoegd of doorgestreken/pointmasteren     

  Praktische invulling

  • de opening tussen de werkvloer en de gevel mag maximaal 0,15 m zijn
  • tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden (bijvoorbeeld stelwerkzaamheden) mag deze breedte op een paar plaatsen maximaal 0,30 m zijn.

Hierbij gelden de volgende voorwaarden

  • stelwerkzaamheden maximaal op 1 werkvloer/slag
  • geen andere werkzaamheden uitvoeren op dezelfde werkvloer
  • Werkvloer wordt niet door andere gebruikt (transportroute)
  • gedurende de werkzaamheden moet het werkgebied zijn afgezet
  • houd dezelfde maximale afstand aan bij een inspringing van de gevel of bij neggen. Breng leuningwerk aan de binnenkant van de steiger (heup- en knieleuning) aan. Deze is op een metselsteiger altijd nodig in verband met tijdelijke situaties
  • je hoeft geen kantplank aan de binnenkant aan te brengen als het vloerveld alleen een loopvlak betreft en er dus geen werkzaamheden plaatsvinden, er moet dan wel achter de binnen staander een steigerdeel geplaatst worden
  • de maximale afstand tot onderliggende vloer is 3 meter (slaghoogte)

Onderste werkvloer bij voorkeur op peil niveau voor de afbouwers

Houd rekening met de toegankelijkheid van de afbouwers tot het gebouw






2 Dakrandbeveiliging

 Veilige toegang creëren tot het dak voor de dak werkzaamheden

Er moet een voorziening gecreëerd worden om een veilige opstap naar een schuin dakvlak te hebben, minimaal 0,5m onder de goot

Dit kan op verschillende manieren opgelost worden, hierbij moet wel rekening worden gehouden met meerdere toegang op een dakvak bijvoorbeeld 1 opstap per 4 woningen. Zie bijgevoegde afbeelding
als mogelijke oplossing.






Maatregelen > Wat moet je doen?

3 Vloerbelasting steiger

De vloerbelasting verandert steeds als mensen op de steiger werken. Dat wil zeggen dat de
belasting elke keer anders is op verschillende plekken van de werkvloer. Dat komt door de
volgende oorzaken

  • personen die over de werkvloer lopen en daarop werken
  • transport)hulpmiddelen die je verplaatst of opslaat op de werkvloer
  • gereedschappen en machines die je verplaatst of opslaat op de werkvloer
  • materialen die je (tijdelijk) verplaatst of opslaat op de werkvloer.

 Belastingklasse vaststellen

  • het gewicht van de gereedschappen en materialen die je tijdelijk op de werkvloer opslaat
  • het gewicht van de personen die op de werkvloer lopen of werken
  •  het gewicht van de (hulp)middelen die je op de steiger gebruikt. (vooral veranderlijkebelastingen zijn belangrijk).

4 Verankering en diagonalen gevelsteiger

Verankering

In de onderstaande figuur zijn een aantal verankeringspatronen als standaardconfiguratie Richtlijn
Steigers opgegeven. Deze dienen altijd op de steigertekeningen rood te zijn aangegeven, zoals
hieronder.

Aanpassen steiger

Voor alle duidelijkheid, het is absoluut verboden om aanpassingen te doen aan in gebruik zijnde goedgekeurde steigers, tenzij dit gebeurt door daartoe bevoegde personen.

Alle verankeringsbuizen van de steiger aan het bouwwerk moeten rood gespoten zijn of voorzien
zijn van een markering in de vorm van een rode kunststof dop.




2- de slag verankeringspatroon
2- de slag verankeringspatroon om en om
4 -de slag verankeringpatroon om en om

 Plaats van verankering

  • De verankeringsbuizen dienen zoveel mogelijk aan de staanders te worden gemonteerd, en wel zo dicht mogelijk bij een knooppunt (≤ 20 cm )
  • Indien een verankeringsbuis niet dichtbij een knooppunt aan een staander wordt gemonteerd kan hierdoor een extra groot buigend moment in de staander optreden.



Diagonalen

De diagonaal functioneert als stabiliteitselement in een steigerconstructie. Afhankelijk van het constructieve ontwerp moet een diagonaal zowel trek- als drukbelasting kunnen overbrengen.

Standaard uitgangspunt zijn

  • ieder vijfde vak diagonalen toepassen
  • elke slag schoren
  • de diagonalen verticaal boven elkaar.
Tips > Voor meer informatie

 Opleveringsprocedure

Zodra een steiger gereed is, wordt hij opgeleverd aan de opdrachtgever. Het kan ook gaan om een vooraf afgesproken deel van een steiger. De oplevering gebeurt door middel van een checklist

Periodieke inspecties

  •  In de bouwsector telt de regel minimaal elke 2 weken inspectie van de steiger door de steigerbouwer
  • na wijziging van de omgevingsfactoren, bijvoorbeeld een ontgraving nabij de staandervoeten of wateronttrekking door bemaling van de bouwput
  • na een gebeurtenis, weersomstandigheid en in elke andere situatie, waarbij redelijkerwijs  kan worden aangenomen dat die heeft geleid tot aantasting van de veiligheid van de constructie of van de omstandigheden rond de steiger, bijvoorbeeld een aanrijding, ontploffing, brand of beving
  • na een windkracht groter dan 8 Beaufort (vanaf 20,8 m/s) voor die steigers die zijn getroffen door de wind.

Na controle en goedkeuring wordt de steiger overgedragen aan de afnemer van de steiger, de opdrachtgever dan wel de gebruiker. Dat kan gebeuren door middel van een steigerkaartprocedure, in de industrie scafftagprocedure genoemd. Het systeem bestaat uit een scafftaghouder waarin een scafftag wordt geschoven of bevestigd. Beide moeten weerbestendig zijn.

Ladders en trappen

  • Externe ladder torens, bij steigers lager dan 15m1 wordt gebruik gemaakt van een externe laddertoren
  • Externe trappen torens, bij steigers hoger dan 15m1 moet een externe laddertoren staan


Zie toolbox,

https://www.geenongevallen.nl/toolbox/arbeidsmiddelen/plaatsen-standaard-trappentoren


Bij elke ladderopgang en/of trappentoren moet het Heijmans Steigerbord hangen



Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.